8 tips voor zonnepanelen

Duurzame energie wint aan terrein in Nederland. Inmiddels is zes procent van de Nederlandse daken bedekt met zonnepanelen. Een goede ontwikkeling!

Ben je van plan om zonnepanelen aan te schaffen? Dan zal je vast al hebben gemerkt dat er zoveel leveranciers zijn dat je haast door de bomen het bos niet meer ziet. Hoe bepaal je in dit oerwoud aan keuzes wat het beste bij jou past? Wij zetten acht tips op een rijtje waar je op moet letten bij zonnepanelen kopen.

1. Aantal zonnepanelen

Een van de belangrijkste afwegingen die je moet maken is het aantal zonnepanelen dat je op dak wil plaatsen. De vuistregel is dat je zonnepanelen in 90 tot 100 procent van je energieverbruik moeten voorzien. Het terugleveren van stroom die je niet verbruikt, levert namelijk niet zoveel op.

Speel bij het maken van je keuze ook alvast in op de toekomst. Ga je binnenkort een elektrische auto aanschaffen? Of gaan de kinderen over een paar jaar het huis uit? Deze veranderingen hebben invloed op je energieverbruik en dus ook op het gewenste aantal zonnepanelen.

2. Type zonnepanelen

Grofweg zijn er drie typen zonnepanelen te onderscheiden:

• Polykristallijne zonnepanelen
• Monokristallijne zonnepanelen
• Dunne film panelen

Zonnecellen van polykristallijne zonnepanelen hebben de typisch blauwe kleur, zijn meestal op een witte achtergrond geplakt en hebben een zilverkleurige omlijsting. De cellen van monokristallijne panelen zijn doorgaans veel dieper blauw en zijn geplakt op een zwarte achtergrond met een zwarte omlijsting. Het verschil tussen deze twee typen panelen zit ‘m in de manier waarop de kristallen in de zonnecellen zijn gerangschikt. Dunne film panelen zijn ook zwart, maar hebben gemiddeld een veel lagere efficiëntie en zijn daardoor wat goedkoper.

Ieder paneel heeft zijn voor- en nadelen en ze variëren in afmetingen en vermogen, waardoor per situatie verschilt welk paneel de beste keuze is. Om de keuze tussen zonnepanelen te vergemakkelijken, kun je letten op keurmerken van instanties als TÜV Rheinland. Zulke keurmerken worden alleen afgegeven wanneer panelen aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Als een zonnepaneel een dergelijk kwaliteitscertificaat bevat, maakt het nauwelijks verschil of zonnepanelen in Europa of in China gemaakt worden.

3. In serie of parallel geschakeld

Er zijn twee manieren waarop een zonnestroomsysteem geïnstalleerd kan worden. De keuze voor in serie schakelen of parallel schakelen hangt af van de vraag of er eventueel schaduw op de zonnepanelen valt. Als er namelijk op één paneel schaduw valt, zal het rendement van een volledige in serie geschakelde installatie negatief beïnvloed worden. Daarom kan bij eventuele schaduwval beter gekozen worden voor een parallel geschakelde installatie, waarbij ieder paneel uitgerust is met zijn eigen micro-omvormer en waardoor elk paneel dus zijn eigen opbrengst heeft. Het nadeel is echter dat parallel geschakelde systemen duurder zijn en dus een langere terugverdientijd hebben.

4. Terugverdientijd

Een zwaarwegende factor bij het kopen van zonnepanelen is de terugverdientijd van de installatie. Natuurlijk is een korte terugverdientijd het meest gunstig, maar dit moet wel in verhouding staan met de kwaliteit, opbrengst en geschatte levensduur van het systeem. De terugverdientijd hangt af van de prijs van de panelen en de hoeveelheid stroom die ze leveren en ligt voor een gemiddeld systeem tegenwoordig tussen de 5 en 8 jaar. Hou bij de berekening van de terugverdientijd ook rekening met het feit dat omvormers gemiddeld een keer per 15 jaar vervangen moeten worden.

5. Garanties

Wellicht een open deur, maar let ook goed op de garanties die door de aanbieder worden gegeven. Doorgaans wordt er voor een bepaalde periode productgarantie gegeven. Daarnaast is ook vermogensgarantie een veelgehoord begrip in de zonnepanelenbranche. In de regel garanderen leveranciers dat zonnepanelen na 10 jaar in ieder geval nog 90 procent van het initiële vermogen hebben, en in de 15 jaar daarna in ieder geval nog 80 procent. Garantievoorwaarden verschillen per leverancier, dus het is belangrijk om de kleine lettertjes goed te lezen.

6. Keuze voor je energieleverancier

Als je met zonnepanelen zelf stroom op gaat wekken, dan zal je logischerwijs minder stroom van je energieleverancier afnemen. Toch moet je wel aangesloten blijven op het energienet, omdat je immers ook stroom nodig hebt als de zon niet schijnt. Je hebt geen speciale energieleverancier nodig als je zonnepanelen hebt, maar het is wel verstandig om te kijken of je huidige energieleverancier nog steeds goed bij jouw situatie. Hoe hoog is bijvoorbeeld de terugleververgoeding als je meer elektriciteit teruglevert dan dat je verbruikt? En wat zijn de regels omtrent saldering, ofwel het verrekenen van verbruikte met zelf opgewekte stroom?

7. Btw terugvragen bij de Belastingdienst

Je kunt de btw op de aanschaf en installatie van zonnepanelen terugvragen bij de Belastingdienst. Om hier aanspraak op te maken, moet je je aanmelden als ondernemer. Je wordt dan gezien als een kleine energieleverancier, omdat je stroom teruglevert aan het net. Dit kan al gauw honderden euro’s schelen!

8. Subsidie voor zonnepanelen

Tot 2013 was er een landelijke subsidieregeling voor mensen die zonnepanelen wilden aanschaffen. Inmiddels is die subsidiepot leeg, maar er zijn nog wel diverse regionale subsidieregelingen. Het loont dus zeker om je vooraf goed te oriënteren welke subsidieregeling op jouw situatie van toepassing kan zijn!

Doe de bespaarscan om een goed beeld te krijgen wat je kunt besparen indien je overstapt op zonne-energie.

-Powered by Zelfstroom-

***
Afbeeldingen: soldbyneal.com, polytechnics.be (Uitgelicht), ceesbakker.nl